Een heerlijke knisperend hoorntje met een zachte en zoete vulling.
Een lekkernij waar je blij van wordt en helemaal niet zo moeilijk te maken.
Grondstoffen en stappenplan
Velletjes bladerdeeg of een rol bladerdeeg kan je zo in de supermarkt vinden. Mits ik geen boter eet, neem ik bladerdeeg zonder boter.
Voor je met bladerdeeg aan de slag gaat gaan moet je hem even uit de koelkast laten, want er zit best veel vetstof in en deze wordt heel had in de koelkast. Op die manier zou je hem scheuren of breken.
Om te vulling gebruik je banketbakkersroom zonder ei. Mijn favoriet recept voor banketbakkersroom vind je hier.
Maak deze pudding tijdens het bakken van de hoorntjes. Eens ze uit de oven komen, is de pudding nog warm en kan je hem eenvoudig in de hoorntjes gieten.
Er worden ook spuitbussen met plantaardige room verkocht en dat is handig als je de hoorntjes heel snel wil vullen. Zelf vind ik dat niet zo lekker, omdat het ook al wat vet is.
Eventueel voeg je een beetje confituur toe voor een extra smaak. Een klein beetje confituur smeren in je gebakken hoorntje, voor je het vult, volstaat.
Ik gebruik altijd ruwe rietsuiker. De smaak en geur is zo heerlijk warm en diep.
Een tijdje geleden had ik helemaal nog geen vormen om hoorntjes te maken, ik maakte ze daarom zelf. Een prop bakpapier of aluminiumfolie duwde ik een beetje in een kegelvorm en daarrond deed ik een ordelijk kegeltje bakpapier waarvan ik de bovenkant wat instak, zodat het niet onmiddelijk zou lossen. De naad legde ik naar beneden om ontrollen te voorkomen. Deze vormpjes zijn geschikt om meermaals te gebruiken, al kan het zijn dat je de buitenste koker soms eens moet vervangen.
Klaar om te starten? Ok, hier gaan we dan.
Ongevuld kan je de gebakken hoorntjes enkele dagen bewaren in een luchtdichte pot of minder lang in een broodzak. Eens gevuld dien je ze te bewaren in de koelkast, want je vulling zou anders wel eens zuur kunnen worden. Voor de versheid raad ik aan om het dezelfde dag nog op te eten.
– Smakelijk –